Rond de 4000 jaar geleden hadden de Assyriërs grote, kort behaarde vechthonden. Men zegt dat dit de voorouders zijn van de Duitse dog, de Engelse Buldog, de Mastiff en Bordeaux dog. Er wordt ook vermoed dat ze afstammen van de langharige Tibetaanse dog. De Kelten (Een stam) hebben de voorouder van de Duitse dog meegenomen naar Engeland en Ierland.

De geschiedenis van de Duitse dog was al in de 16de eeuw bekend. In Engeland werd er hoogbenige doggen gefokt. Dat was een kruising van de Mastiff en de Ierse wolfshond.  In de 17de eeuw werd het fokken zelfstandig gedaan in Duitsland. 

De Duitse dog komt oorspronkelijk uit Duitsland. Ze werden gefokt om het land van de adel te beschermen en voor de jacht op wilde zwijnen.

In de 18e eeuw werden ze steeds populairder bij de hogere klasse voor de jacht. Er waren maar weinig andere hondenrassen die wilde zwijnen, beren en herten konden overmeesteren en de Duitse dog was daar perfect voor. Voor eigen bescherming kregen ze dikke doeken om hun heen gewikkeld en werd voor de veiligheid de oren gecoupeerd. Ze werden ook steeds meer gebruikt voor het beschermen van het landgoed en de rijtuigen.

De moderne Duitse dog werd in 1800 gefokt. De Duitsers noemde het rassensoort voortaan ‘Deutsche Dogge’ dat Duits Mastiff betekent, in plaats van ‘Deense Dog’. In de Engelssprekende landen wordt het nog steeds Duitse dog genoemd.

Duitse dogs worden nu voor huisdier gebruikt. Ze worden steeds populairder onder stadsbewoners.

Maak jouw eigen website met JouwWeb